Dinsdagavond 16 juli was Ell aan de beurt voor een bezoek aan Gluren bij de buren met een verwelkoming in de Heilige Sint-Antonius Abtkerk. Het aantal bezoekers was overweldigend waardoor de kerk (weer een keer) volledig gevuld was.
Het welkomstwoord werd achtereenvolgens uitgesproken door Peter Korsten van de Stichting Aldenborgh, Fer Koolen voorzitter van de dorpsraad en Jan Custers van de organisatie. Jan Custers gaf daarna een interessante voordracht over het dorp Ell met zijn ontstaansgeschiedenis en al zijn bijzonderheden en zelfs oude bewegend beeld van de TT van Ell uit 1938 – 1939.
De komende weken laten we de diverse objecten en de verhalen voorbij komen. Als u er niet bij bij was kunt u dus alles rustig nalezen.
Vandaag starten we met het openingsverhaal “Ell in vogelvlucht” door Jan Custers.
Waar komt de naam Ell vandaan?
De naam hangt samen met de ligging. Ell is ontstaan op een droge strook tussen moeras- en vennengebied. In de middeleeuwen werd latijn als omgangstaal gebruikt. Ell is afgeleid van het latijnse woord alinus/alinum wat els betekent. Het gehucht van toen wordt omgeven door elzen.
De omgeving wordt geïllustreerd op het schematisch kaartje uit 1818 waarop enerzijds het beekdal en in het zuiden en westen het heidegebied met veel vennen duidelijk staat aangegeven. Ell ontwikkelt zich op de droge strook tussen de twee moerasgebieden. Dit is vanuit te lucht te zien op de drone beelden van Erik Beurskens. Dev aanvliegroutes zijn Baldersstraat-Brandvenstraat-Hunnissenstraat.
De bewoning vindt dus plaats op de droge strook: schematisch kaartje op basis van gegevens 1727.
Hoe zat het bestuurlijk met Ell?
Bestuurlijk viel Ell onder de abdij en het vorstendom Thorn. In 1244 staat vermeld dat de pacht in Ell bestemd is voor de abdis zelf. Tussen 1400 en 1700 is er veel strijd in de regio. In 1499 is dat voor abdis Eva van Isenburg reden om de boerenbevolking het recht te geven wapens te dragen en schutterij Sint Sebastianus wordt dan opgericht. Vanwege de constante dreiging van doortrekkende bendes van rovers en huursoldaten is in de 17de eeuw ook de Eller schans ingericht die in 2007 is teruggevonden bij de reconstructie van de Tungelroyse beek. Deze schans ligt iets te ver buiten het dorp en wordt daarom vandaag niet bezocht.
Bron: Genialogie Limburg Wiki
Ook kerkelijk wordt Ell vanuit Thorn georganiseerd en het gehucht valt dan onder de parochie Ittervoort. Sacramenten als doop en huwelijk moesten in Thorn toegediend worden. Doopsels, huwelijken en overlijdens worden vanaf 1627 in Thorn in de parochieregisters genoteerd. Er komen rectoren uit Thorn die missen komen doen in de Eller kapel waarvoor de inwoners – in geld of producten – moesten betalen. Vanaf 1737 woont de rector Van de Steen in Ell.
De 18de eeuw verloopt voor de inwoners van het vorstendom Thorn voorspoedig totdat in 1795 de Fransen komen. In de Franse tijd ontkomen jonge Ellenaren niet aan de lange arm van Napoleon. Een zestal keerde terug en 11 zijn er overleden of vermist.
De Fanse Overheersers
De Franse overheersers richten vanaf ca 1798 nieuwe gemeenten in en Ell komt dan onder de gemeente Ittervoort. Waarom Ittervoort? Als basis voor deze gemeenten werden de parochies gebruikt. De gesplitste gemeente Ell-Ittervoort wordt in 1821 opgeheven en dan ontstaat de nieuwe gemeente Hunsel-Ell met Haler. Ell krijgt dan nieuwe woningen door de ontginningen. Van 1820 tot 1840 verkoopt de gemeente grond aan nieuwe boeren die een bestaan willen opbouwen. In 1853 telt het dorp ca 275 inwoners in 56 woningen, kleine en een paar grotere boerderijen.
Aan het einde van de 19de eeuw ontstaan er economisch problemen in West-Europa. De boeren gaan zich organiseren in Ell het eerst in 1893 bij de boterproductie naar voorbeeld van Jean Ament in Tungelroy. Er komt een kleine fuus aan de Sebastiaanstraat. Rond 1900 ontstaan er boerencoöperaties die meestal samen met Kelpen en Oler opgezet worden zoals de boerenbond, de boerenleenbank, de paarden- en veeverzekering, de nieuwe fuus in 1909 en de bijbehorende fokvereniging.
De nieuwe fuus trekt in de periode 1910-1920 nieuwe boeren die de hei gaan ontginnen aan weerszijden van de Steenweg naar Hunsel. In de periode hierna worden verenigingen opgericht zoals de handboogschutterij, de fanfare en, dankzij de LLTB: de jonge boeren en de boerinnenbond.
Oorlog ’40-’45
De eerste jaren van de oorlog gaan relatief rustig voorbij. Om de Duitsers op te houden worden de bruggen over de beek en het kanaal door Nederlandse soldaten opgeblazen maar daarna weer hersteld. Alleen in 1944 ontstaan er problemen wanneer de Duitsers zich terugtrekken achter het kanaal.
De inwoners in het oostelijk deel worden eind september 1944 geëvacueerd naar Haler en Stramproy.
Op 23-09 wordt de molen aan de Swartboekstraat in brand gestoken en nooit meer opgebouwd.
De kerktoren wordt opgeblazen.
Er zijn weinig verhalen van het verzet overgeleverd. Het meest spectaculaire is dat van Anthony Gunnell. Zijn vliegtuig wordt neergeschoten en stort in Tungelroy neer. Gunnell redt zich met zijn parachute in de Ellerhei nabij de Antoniushoeve. Hij is gewond aan zijn knie en moet zo snel mogelijk weggevoerd worden want de Duitsers komen er meteen op af. De verpleegster komt met het idee hem bij de veldwachter in huis te verbergen.
Deze veldwachter, booj Tjeu Willekens, was net overleden en Gunnell wordt in eerste instantie onder het opgebaarde lijk van de veldwachter gelegd. De Duitsers vinden hem niet. Daarna is hij nog een tijdje verpleegd in een Eller boerderij en kon hij via de pilotenlijn terug naar Engeland.
Na de oorlog wordt de landbouw in snel tempo gemoderniseerd. Mechanisatie was lastig door de schaarste aan ijzer dat in oorlogsmateriaal was opgegaan. Dus wordt in 1948 de coöperatieve werktuigenvereniging opgericht die in de jaren 1950-1960 de boerenbedrijfjes in Ell bedient. De LLTB heeft dan ca 80 leden. Hiervan verdwijnen er in de jaren 1960 een groot aantal bij de ruilverkaveling.
Ell is een van de eerste dorpen in de regio waar deze plaatsvindt volgens de opvattingen van toen. Veel houtwallen en bosjes worden gerooid, vennen worden gedempt en er komen grote percelen die beter geschikt zijn voor groter materieel. Naast dit argument speelt de verkeersveiligheid een rol. Een tweetal eeuwenoude boerderijen aan het kruispunt bij de kerk is daarvoor afgebroken.
Ook is dorpsuitbreiding gewenst en daarvoor is ruimte nodig. Hiervoor worden twee oude boerderijen naar het buitengebied verplaatst. De sanering in de agrarische sector is gestaag doorgegaan zodat er anno 2024 nog ca 15 agrarische bedrijven op net geen 1500 inwoners over zijn. Ell anno 2024 is een forensendorp waar nog primaire voorzieningen zijn en vrijkomende huizen redelijk snel en natuurlijk ook duur verkocht worden.
Het OLS heeft de schutterij van Ell nooit gewonnen. Maar er waren volgens de krant meer dan 25.000 toeschouwers bij het grootste evenement uit de Eller historie: de TT-race van 1938 en 1939.
Motorclub Roermond was op zoek naar een circuit en burgemeester Frans Scheijmans ging in overleg. Na 2 succesvolle jaren moest hij zich verdedigen tegen de raadsleden uit Hunsel: waarom start en finish altijd in Ell? Want de vele toeschouwers brachten natuurlijk behoorlijk wat op voor de cafés en eet- en drinkkraampjes. In 1940 was de voorbereiding weer rond maar kwamen de Duiters.
Ter oriëntatie: de motoren reden richting Hunsel, draaiden rechtsaf naar Haler en kwamen dan weer terug naar het kruispunt hiernaast bij de kerk.